Mina is spiritueel. Niet dat ze weet wat dat betekent. Maar voor Mina is het als influencer belangrijk om te laten zien dat er onder die huid zonder poriën en gladgestreken botoxplooien diepgang zit. Iedereen prikt weliswaar door de siliconen heen, maar toch we willen dat verhaal. Mina vertelt dat ze spiritueel is en wij geloven het omdat we zo goedkeuring hebben om zelf aan de slag te gaan met onze buitenkant.
Zen
We zijn allemaal zen, ook al hebben wij nog nooit gehoord van de monnik die 19 jaar naar een muur staarde voor hij verlichting kreeg. Zen is essence. ‘Zen equals less is more’. Zen is een MacBook Air van de zijkant gefotografeerd op een witte achtergrond. Zen is patent krijgen op wit en het verkopen als de innovatie van de eeuw.
Technologie is de nieuwe spiritualiteit en ai de geboorteplaats van de nieuwe mens. Als Musk, Altman en Thiele de maat zijn van deze nieuwe mens met z’n nieuwe spiritualiteit, kijken we naar een soort superego dat zich elke moraal ontworsteld heeft.
Geloof
Mensen zijn spiritueel zoals ze vroeger gelovig waren. Iedereen was het en juist daarom werd het object van het geloof niet kritisch onderzocht totdat Nietzsche dat deed. Geloof in God was het rookgordijn voor geestelijke leegte.
Niet-spiritueel zijn is tegenwoordig niet in vogue. Juist omdat we in een wereld leven waarin alleen het uiterlijk telt, en waarin materiële rijkdom de maat van succes is. Ondanks dat de instrumentalisering van de ander de normaalste zaak van de wereld is, vertellen we onszelf dat we ‘in touch’ zijn met onze diepere ik. Hoewel dat we afstevenen op een planetaire holocaust menen we prat te kunnen gaan op een hoger bewustzijn dat ‘in sync’ is met Moeder Aarde.
Façade
Samen met Mina en de generatieve AI-modellen hebben we ons teruggetrokken in een schijnwereld van pixels en elektronen waarin zelfs ons uiterlijk schuilgaat achter een façade. Zelfs de fysieke realiteit van een oude material girl kunnen we niet langer verdragen.
Pleisterend en plamurend maken we tuitsmoeltjes met ingetrokken wangetjes of botvieren we ons seksisme. Zolang we maar spiritueel zijn en een Boeddha van Xenos in de kamer hebben staan, gaat het goed. Vreselijk goed. We externaliseren ons afval naar de echte wereld waaraan we onszelf in onze spiritualiteit al onttrokken hebben. Dat is voor onze nakomelingen om op te ruimen. Als we die al krijgen, want wij zijn natuurlijk veel te druk met de zelf-gratificatie van onze ‘geestelijke’ behoeften.
Vroeger betekende gelovig zijn dat je op weg ging van materie naar geest. Onthechting om jezelf voor te bereiden op de ontmoeting met God. In de moderne spiritualiteit maken we een parallelle maar perverse beweging.
We gebruiken onze ‘spiritualiteit’ om al dieper door te dringen in een virtuele make-over van onze materiële werkelijkheid die we verachten. We zijn op zoek naar het perfect ik, want we haten ons echte zelf en we denken dat die perfectie maakbaar is. En zo vernietigen we zowel geest als lichaam.