Volgens het CBS heeft nog vijf procent van de Nederlandse bevolking de oorlog meegemaakt. In 1945 waren de Nederlanders die tot deze groep behoren 5 jaar of ouder. Er ontstaat zo een verschuiving van herinneren naar gedenken – hoewel dat laatste altijd al centraal stond natuurlijk – en van achterom kijken naar opnieuw interpreteren.
Er is nog een oorzaak van deze verschuiving. En dat is de genocide in Gaza, een genocide die mede met hulp van de Nederlandse overheid plaatsvindt. Leden van diezelfde overheid kijken plechtig en spreken woorden als ‘nooit weer’ uit, terwijl het achter hun rug en met hun medeweten gewoon wel weer plaatsvindt.
Tot bijna 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog waren gedenken en herinneren een functie van ons nationale geweten. Stilstaan bij de offers die mensen hebben gebracht om onze vrijheid te garanderen. Stilstaan bij de slachtoffers van oorlog wanneer die vrijheid wordt weggenomen. Zorgen dat dit nooit weer gebeurt.
Het nieuwe herinneren
Sinds de oorlog in Gaza is er veel veranderd. Niet alleen in Gaza, maar ook hier. Om de verwoesting van Gaza te kunnen verteren, hebben wij er hapklare brokken van moeten maken. Een daarvan is het nieuwe herinneren.
Sommigen vragen zich misschien af waarom Gaza zo’n impact heeft op onze samenleving. Het gebeurt immers niet hier maar in het Midden-Oosten. Maar de genocide die momenteel in Gaza plaatsvindt, is diep verbonden met onze eigen geschiedenis. Ons collectieve schuldgevoel jegens het Joodse volk lijkt zich te vertalen in een coulantie jegens de staat Israël die net zo onlogisch als onrechtvaardig is.
Diep van binnen weten we dat. Toch kiezen we er in het Westen voor om de schuld voor onze participatie in de Jodenmoord in de Tweede Wereldoorlog te verleggen naar het Palestijnse volk. Zij zijn nu de Jodenhaters die wij niet langer wensen te zijn.
Nieuwe functie
Nu het weer tijd is om te gedenken, knaagt het. We weten dat iets heel erg niet klopt. Maar niet gedenken of herinneren is geen optie. En zoals het de menselijke soort gegeven is om via de waarheid bij de leugen uit te komen, herinneren wij nu anders. Gedenken heeft nu een andere functie gekregen. En wel in drie opzichten:
Herinneren om het heden te vergeten
De opmerkelijke paradox van het nieuwe herinneren is om te vergeten dat er nú doden vallen. Dat er nú gemoord wordt. Dat nú een volk wordt gedecimeerd. We herinneren wat toen plaatsvond en doen dat om weg te kijken van Gaza. Want wie ernstig herinnert, geeft blijk van diepgang en zelfreflectie. En dat betekent automatisch dat je goed zit.Herinneren om vrijheid te pretenderen
We herinneren om onszelf te laten geloven dat we de nazaten zijn van de bevrijdden. We gedenken staand in de vrijheid waarvoor de doden hun leven gaven. Zo verdoezelen we het feit dat we allang niet meer in dezelfde vrijheid leven. Want wie liegt, wie schone schijn ophoudt, wie net doet of Israël een rechtvaardige oorlog strijdt, heeft zijn vrijheid al te grabbel gegooid. We worden geregeerd door met algoritmes gecontroleerde narratieven.Herinneren om ons geweten rein te verklaren
Wie twee minuten in acht neemt bij plechtige gebeurtenissen moet het toch wel menen. Het toont onze verbondenheid met de slachtoffers van weleer en verklaart ons, met hen, onschuldig en rein. Wij hopen onze schuld aan de etnische zuivering in Gaza af te kopen door een ernstig ‘nooit weer’ uit te spreken bij kransen en kruizen.
Ik spreek voortdurend over ‘we’, ‘wij’ en ‘ons’. In werkelijkheid gaat dit niet op. Natuurlijk zijn er nog steeds veel mensen die oprecht gedenken en dat zijn niet alleen de mensen van de vijf procent die ook kunnen herinneren. Er zullen zelfs mensen zijn die gedenken uit protest tegen wat er nu gebeurt. Maar helaas wordt er een nieuw web van leugens geweven dat de Dodenherdenking instrumentaliseert voor de schone schijn om het tegenovergestelde van het ‘nooit weer’ te faciliteren.
Het is wachten op het moment dat iemand roept: ‘Stop met gedenken en herinneren! Het gebeurt nu! Opnieuw! Onder toeziend oog van het Westen wordt er gemoord en geplunderd. En het Westen dat zijn wij! Door te herinneren, doden en begraven wij onze doden opnieuw en maken wij ze tot instrument van onze leugen.’