Deze nieuwsbrief gaat over doofheid en dat doe ik met schroom. Doofheid is een vreselijke handicap die mensen in een ernstig isolement kan brengen.
Isolement
Alle handicaps zijn trouwens vreselijk. Je staat in het leven – dat ene leven dat je hebt – en daar moet je het dan mee doen. Ondanks je handicap. Samen met je handicap. Jij bent in zekere zin je handicap. De handicap bepaalt de kwaliteit van je leven en geeft de grenzen aan van wat mogelijk is.
Het sociaal isolement ontstaat doordat jij anders bent en in de ogen van de anderen door die andersheid gedefinieerd wordt. Bijna niemand heeft wat jij hebt en iedereen bekijkt jou daarom door de bril van je handicap: “O, die? Die dove vrouw op de hoek?” De beperking bepaalt jouw identiteit. Met doofheid kan het sociaal isolement ernstige vormen aannemen.
Toch zou ik er niet voor willen pleiten om doven (of mensen met een andere beperking) zielig te vinden. Het is juist andersom. Mensen die met doofheid kampen, zijn vaak weerbaar. Ze hebben leren strijden tegen een onmogelijke vijand en hebben hem overwonnen. Wij zouden juist van hen moeten leren. Daar gaat deze nieuwsbrief onder andere over.
Niet willen horen
Ondanks dat doofheid erg is voor degenen die daadwerkelijk doof zijn, zijn er toch mensen die zich graag van doofheid bedienen. Juist voor het gemak. Oost-Indisch doof zijn, is je van de domme houden. Omdat je bepaalde dingen niet wilt weten. Je kunt niet aangesproken worden op dat wat je niet weet. Dus weet je het niet. Hoor je het niet. Dat wat Nederland gedaan heeft in Oost-Indië of West-Indië, bijvoorbeeld.
Slavernij in de West en zo. Oorlogsmisdaden in de Oost en zo.
De laatste vorm van doofheid moet je laten en de eerste moet je niet willen. Maar daarmee is niet alles gezegd. Niet wat ik wil zeggen, tenminste.
Beethoven
Ik ben begonnen aan Jan Swaffords biografie van Beethoven, Anguish and Triumph. 1000 pagina’s inside scoop over een van de grootste componisten ooit. Ik ben zelf in mijn luistergedrag nog maar net toegekomen aan Beethovens strijkkwartetten (twee violen – zonder trommel en fluit – maar met altviool en cello). Ik ben in de vijftig, maar ze waren tot voor kort nog te moeilijk voor mij. Als luisteraar. Terwijl ik gewoon goed kan horen.
Toen Beethoven einde twintig was, kwam hij erachter dat hij doof begon te worden. Hij werd zwaar depressief (anguish), want muziek was zijn identiteit. Hij wist dat hij een muzikaal genie was. En nu was het voorbij. Hij overwoog zelfmoord te plegen.
Maar uiteindelijk besloot hij iets anders te doen. Zijn keuze was om door te gaan met leven en door te gaan met componeren (triumph). Zo ontstond een oeuvre waarvan de componist alleen in zijn hoofd de muziek kon horen.
Complexiteit
Als je nu denkt dat zijn “dove” muziek middelmatig was, heb je het goed mis. Zijn latere werken (De negende symfonie, de pianosonates, de Missa Solemnis én de strijkkwartetten, bijvoorbeeld) zijn werken van uitzonderlijke esthetiek en absurde complexiteit. De hele 19de eeuw konden mensen alleen maar terugkijken naar Beethoven. Zo lang was de schaduw die hij wierp.
Hoe is dit mogelijk? denk je dan. Of je gaat lekker een hamburger eten onder het genot van radiogeluid uit het plafond. Logisch, want makkelijk.
Beethoven speelde het klaar om ondanks zijn doofheid al die polyfone stemmen (de horizontale melodische beweging) en de harmonie (de verticale stapeling van die melodieën) ook daadwerkelijk te horen. In zijn hoofd. Dat is absurd. Zelfs voor een genie.
Wat Beethoven deed, was acht slaan op wat in de verbeelding plaatsvindt. Dat is attent zijn op het imaginaire, de verbeelding tot leven brengen. Dat is zien en horen wat er niet is zodat het ontstaat. Het is het potentieel zien dat verborgen is in potentieel. Het is het leven van een mens zien door het DNA van een embryo te bestuderen.
Concentratie
Een schrijver kan veel van Beethoven leren. Als je schrijft, creëer je een virtuele wereld waarvoor geen zintuigelijke input voorhanden is. Je beschrijft een fantasiewereld die je vervolgens bevraagt: Wat gebeurt hier? Wat doet zich voor? Waar gaat het verhaal naartoe? What next?
Dan ben je scheppend bezig. Het vergt uiterste concentratie om te horen wat er niet is. Je moet tussen de regels van je eigen fantasie lezen. Op ontdekkingsreis gaan in je eigen hoofd.
Het vraagt ook om moed. Moed om je eigen weg te gaan en je leven niet te laten regeren door de geredigeerde informatie die de wereld op je afstuurt. De kunstmatige en voorspelbare heldenmoed wegzappen van de herkauwde Disney-avonturen waarin alles mogelijk is…
…if you just belieeeeeeve!
Van dat soort voorgekauwde shit zou je nog echt gaan believen dat alles wat er toe doet, draait om couchpotato zijn. Je zou bijna geloven dat ware helden blanke Amerikaanse verlossers zijn die de status quo (lees: kapitalisme) veiligstellen door de monsters (lees: Amerikahaters) te vellen. En wij horen wel bij het kapitalisme, maar niet bij Amerika. Zodra je daar als Nederlander voet aan wal zet, noemen ze je ‘alien’.
Dichtbij
Terug naar Ludwig van Beethoven. Ik kwam erachter dat toen Beethoven stierf de componist Carl Reinecke drie jaar oud was. Dan zeg je “Nou en?” Nou, Reinecke, een niet onbelangrijke 19de-eeuwse componist, stierf op zijn beurt in 1910. Toen was mijn oma inmiddels 5 jaar oud.
Voel je ‘m? Ik heb iemand gekend die iemand gekend zou kunnen hebben die Beethoven nog zou kunnen hebben gekend. Zo dichtbij is Beethoven. Dichtbij genoeg om van hem te leren.
Zoals de dove Beethoven de grootste werken ooit componeerde zonder ze te kunnen horen, zo wil ik leren schrijven.
Nee, ik wil niet doof worden. Ik wil juist beter leren luisteren. En iemand die doof was, helpt mij daarbij.
Wie goed leert luisteren, gaat trouwens niet alleen dingen horen waarvan ze niet wist dat ze bestaan. Ze gaat ook de stemmen horen die roepen om rechtvaardigheid. Die stemmen in het westen en het oosten waar de meesten van ons graag doof voor blijven. Maar ook stemmen thuis.
Dat was zeker het geval bij Beethoven. In zijn laatste symfonie bezingt het koor een nieuwe mensheid die eindelijk vrijheid kent en in zijn Missa Solemnis stormt het volk als het ware de kerk uit op zoek naar gerechtigheid en gelijkheid.
Slavernij werd zo’n 40 jaar na Beethovens dood afgeschaft. Wie weet welke invloed ook zijn muziek daarop heeft gehad.
Beethoven mocht dan doof zijn, maar hij had visie. En daar gaf hij met minutieuze precisie en opstandige mokerslagen gestalte aan. Hij kon het niet horen, maar de wereld zou en moest het horen.
Luister je mee?